Zakelijke
gegevens:
Titel: Erik of
het kleine insectenboek
Naam van de
auteur: Godfried Bomans
Aantal
bladzijden: 130
Naam en plaats
van de uitgever: Nederland Leest
Jaar van uitgave:
eerste druk in 1941, gelezen druk in 2013
Samenvatting:
(gehaald en gewijzigd van http://www.samenvattingen.com/documenten/7406985/Erik+of+het+klein+insectenboek+Bomans%2C+Godfried/?q=erik%20of%20het%20kleine%20insectenboek)
Erik Pinksterblom
ligt in zijn bed en kan niet slapen. Hij heeft de volgende dag een proefwerk
over insecten, waarvoor hij een boek genaamd Solms' Natuurlijke Historien uit
het hood moest leren, maar heeft het gevoel dat er iets gaat gebeuren. Hij
bekijkt het schilderij “Wollewei”, zo genoemd omdat er herders met schapen
daarop worden afgebeeld, waar allerlei
insecten op afgebeeld staan. Plotseling ziet hij dat het portret van zijn oma
tot leven komt en ook het portret van zijn opa beweegt. Zijn oma vertelt hem
dat alle schilderijen leven en Erik geeft aan dat hij graag naar het schilderij
“Wollewei” wil gaan. Erik wordt steeds kleiner en stapt het schilderij binnen.
Bij aankomst
maakt hij kennis met de adellijke familie Van Vliesvleugel, een wespenfamilie
bestaande uit vader, moeder en zeven dochters. Zij wonen in een rode chrysant.
Erik eet met de familie mee, maar maakt zich niet geliefd door een lied te
zingen over bijen. Ook strijkt hij een bromvlieg, die dienst doet als basviool,
dood. Daarop vlucht hij op de rug van een hommel naar een hotel zonder naam,
die eventueel “Het slakkenhuis” werd
genoemd door Erik. De eigenaar van het hotel is een langzame slak en Eriks
buurman is een duizendpoot. Bij het ontbijt zijn alle insectengasten onder de
indruk van Eriks kennis. Hij weet hen te vertellen dat de rups geen
misdaadslachtoffer is, maar over enkele weken zal veranderen in een prachtige
vlinder. Als de insecten Erik om adviezen gaan vragen, raadt hij hen aan om
gewoon hun instincten te volgen. De insecten blijken nogal egoïstisch te zijn
en praten alleen maar over zichzelf.
Erik wil
eigenlijk weer terug naar de lijst. Na acht dagen rekent hij af met de
hoteleigenaar en krijgt hij een lift van de vlinder, die zojuist uit zijn cocon
ontpopte. De mannetjesvlinder ontmoet een vlindermeisje en samen met Erik
schrijft hij haar een liefdesgedicht. Na enkele dagen ontaardt dit in een
serieus diner met de aanstaande schoonouders en krijgt de mannetjesvlinder
toestemming voor het huwelijk. Na het huwelijk vliegt het gelukkige bruidspaar
weg en is Erik weer alleen. Erik zwerft rond de bloemenveld en op een dag loopt
hij zich vast in een spinnenweb. Hij weet zichzelf te bevrijden en doodt de
spin. Hierna ondekt de doodgraver Erik en vraagt of hij dood is. Wanneer Erik
uitlegde dat hij niet dood is, nodigt de nogal teleurgestelde doodgraver hem
uit voor een maaltijd met gebraden paardenvlieg. Erik accepteert zijn
uitnodiging en gaat met hem mee naar zijn huis, een ondergrondse gang met
allerlei ledematen en skeletten. De doodgraver vertelt Erik over een dam waar
de wereld ophoudt. Dit moet de lijst zijn, waar Erik naar op zoek is. De
doodgraver is van mening dat de hele wereld om de doodgravers draait. Alle
insecten komen immers uiteindelijk op zijn bordje terecht. Na deze mededeling
wordt de hele familie plotseling door een mol opgegeten en is Erik weer alleen.
Erik vraagt hulp
aan een regenworm om weer naar boven te komen. Deze raakt echter met zichzelf
in de knoop en Erik wendt zich tot een mier. De mier vertelt hem dat er veel
insecten zijn die graag advies zouden willen hebben van de geleerde heer
Pinksterblom. Zij willen weten of zij zich goed gedragen volgens het
insectenboek van Solms. Erik adviseert hen te doen alsof dit boek niet bestaat.
Daarna gaat Erik met de mier mee naar het mierennest. Hij vraagt aan alle
mieren of ze willen helpen de regenworm uit de knoop te halen. Bij terugkomst
blijkt hij uit honderden stukjes opgehakt zijn gehakt. De regenworm wordt
tijdens het ‘noenmaal’, gegeven ter ere van Erik, opgegeten.
Erik begint te
huilen in de midden van de 'noenmaal', omdat hij heimwee heeft naar de
mensenwereld. De mieren beloven hem te helpen. Tijdens hun tocht naar de lijst,
komen ze een ander mierenleger tegen. De beide troepen raken in gevecht en Erik
wordt getroffen door een straal mierenzuur. Als hij zijn ogen opent, merkt hij
dat hij weer in zijn eigen bed ligt. Niemand heeft hem gemist en op school gaat
alles normaal. Erik maakt zijn proefwerk slecht, omdat hij in plaats van het
insectenboek van Solms te citeren juist zijn ervaringen opschreef, waardoor het
leek of hij het niet goed geleerd heeft. Eriks juffrouw beklaagt zich hierover
bij zijn ouders. Het liefst gaat hij weer terug naar de insectenwereld, maar
het wonder geschiedt niet meer.
De recensie zelf
Hier volgt een
recensie over Erik of het kleine insectenboek. Ik heb deze boek gekozen omdat
ik de setting van de boek(in de samenleving van insecten, die in een schilderij
zit), redelijk interessant vond, en
omdat ik het ergens in de brugklas vroeger ooit gedeeltelijk had gelezen, maar
er niets van snapte. Ik vond het dus een geod idee om de boek weer eens te
lezen, en kijken of ik het nu wel begrijp.
Godfried Bomans
was geboren in 1917, en kon je als "de eerste BNer" beschouwen; zijn
roem heeft hij meer te danken aan zijn rol als belangrijke mediapersoonlijkheid
dan aan zijn talent in schrijven. Misschien hierdoor heeft hij nooit een
literair prijs gewonnen. Toch worden zijn boeken nog steeds vaak door
Nederlanders gelezen. Bomans trouwde in 1944 met Pietsie Verscheure en had een
dochter, Eva, geboren in 1960. Bomans stierf in 1974 door een hartaanval en
werd begraven op het Sint Adelbertskerkhof in Bloemendaal.
De boek zelf
voelt een beetje aan als een Nederlandse Alice in Wonderland, in ieder geval in
thema: een klein kind komt via een onwaarschijnlijke ingang een vreemde wereld
terecht, en probeert terug naar huis te komen. Tijdens deze terugreis ontmoeten
ze allerei vreemde karakters. Maar in vergelijking tot Alice in Wonderland's karakters
die van alles en nog wat gebaseerd zijn, gebruikt Erik of het kleine
insectenboek een meer herkenbare basis, namelijk insecten. Persoonlijk vind ik dit beter; ik had
insecten vroeger geweldig gevonden, en zelfs nu ben ik nog gefascineerd van ze.
Hoewel de insecten helemaal niet hun ware natuurlijke
gedrag vertoonden in hun boek, wat een van de redenen was waarom ik deze boek
niet erg leuk vond in de brugklas, maakt
Bomans wel gebruik van hun unieke eigenschappen en zijn ze wel amusante
karakters in zichzelf. Zo is bijvoorbeeld de worm overtuigd van zijn superioriteit
over andere insecten, omdat hij geen ledematen bezit, maar wanneer hij tijdens
zijn tirade zichzelf in een knoop inwurmt, smeekt hij wanhopig aan Erik of hij
hem uit de knoop kan helpen. Vergeleken
met de insecten is Erik zelf een normale achtjarige; dat zorgt voor een
amusante contrast met de vreemde inwoners van Wollewei zelf.
De verhaal zelf
is chronologisch verteld en nogal episodisch; ieder hoofdstuk is een verhaal in
zich, waardoor je niet heen en weer hoeft te bladeren om het verhaal te
begrijpen. Ook is het een nogal humoristische boek, die zich eigenlijk niet
zeer serieus neemt zelfs in nogal ernstige situaties. Wel vind ik het een
beetje kort; het is alleen maar 100 pagina's, en je kan het uitlezen in een
halfuurtje als je rap doorleest. Hoewel ik het liefst nog verder over Erik's
(mis)avonturen in Wollewei wou lezen, denk ik ook dat het misschien een
voordeel is van de boek; men kan het in een avondje lezen
Ik raad de boek
dus zeer aan; de boek is nogal humoristisch, soms verassend, en het is kort
maar krachtig. Hoewelk ik maar weinig van deze boek had verwacht, denkend dat
het weer een tegenvaller zal worden, had het nog steeds al mijn verwachtingen
overtroffen. Een echte must-read, zelfs na meer dan 70 jaren!
-Faza Asmara