Tuesday, October 27, 2015

Recensie Erik of het kleine insectenboek 4d


Zakelijke gegevens:
Titel: Erik of het kleine insectenboek
Naam van de auteur: Godfried Bomans
Aantal bladzijden: 130
Naam en plaats van de uitgever: Nederland Leest
Jaar van uitgave: eerste druk in 1941, gelezen druk in 2013
Samenvatting: (gehaald en gewijzigd van http://www.samenvattingen.com/documenten/7406985/Erik+of+het+klein+insectenboek+Bomans%2C+Godfried/?q=erik%20of%20het%20kleine%20insectenboek)
Erik Pinksterblom ligt in zijn bed en kan niet slapen. Hij heeft de volgende dag een proefwerk over insecten, waarvoor hij een boek genaamd Solms' Natuurlijke Historien uit het hood moest leren, maar heeft het gevoel dat er iets gaat gebeuren. Hij bekijkt het schilderij “Wollewei”, zo genoemd omdat er herders met schapen daarop worden afgebeeld,  waar allerlei insecten op afgebeeld staan. Plotseling ziet hij dat het portret van zijn oma tot leven komt en ook het portret van zijn opa beweegt. Zijn oma vertelt hem dat alle schilderijen leven en Erik geeft aan dat hij graag naar het schilderij “Wollewei” wil gaan. Erik wordt steeds kleiner en stapt het schilderij binnen.

Bij aankomst maakt hij kennis met de adellijke familie Van Vliesvleugel, een wespenfamilie bestaande uit vader, moeder en zeven dochters. Zij wonen in een rode chrysant. Erik eet met de familie mee, maar maakt zich niet geliefd door een lied te zingen over bijen. Ook strijkt hij een bromvlieg, die dienst doet als basviool, dood. Daarop vlucht hij op de rug van een hommel naar een hotel zonder naam, die eventueel  “Het slakkenhuis” werd genoemd door Erik. De eigenaar van het hotel is een langzame slak en Eriks buurman is een duizendpoot. Bij het ontbijt zijn alle insectengasten onder de indruk van Eriks kennis. Hij weet hen te vertellen dat de rups geen misdaadslachtoffer is, maar over enkele weken zal veranderen in een prachtige vlinder. Als de insecten Erik om adviezen gaan vragen, raadt hij hen aan om gewoon hun instincten te volgen. De insecten blijken nogal egoïstisch te zijn en praten alleen maar over zichzelf.

Erik wil eigenlijk weer terug naar de lijst. Na acht dagen rekent hij af met de hoteleigenaar en krijgt hij een lift van de vlinder, die zojuist uit zijn cocon ontpopte. De mannetjesvlinder ontmoet een vlindermeisje en samen met Erik schrijft hij haar een liefdesgedicht. Na enkele dagen ontaardt dit in een serieus diner met de aanstaande schoonouders en krijgt de mannetjesvlinder toestemming voor het huwelijk. Na het huwelijk vliegt het gelukkige bruidspaar weg en is Erik weer alleen. Erik zwerft rond de bloemenveld en op een dag loopt hij zich vast in een spinnenweb. Hij weet zichzelf te bevrijden en doodt de spin. Hierna ondekt de doodgraver Erik en vraagt of hij dood is. Wanneer Erik uitlegde dat hij niet dood is, nodigt de nogal teleurgestelde doodgraver hem uit voor een maaltijd met gebraden paardenvlieg. Erik accepteert zijn uitnodiging en gaat met hem mee naar zijn huis, een ondergrondse gang met allerlei ledematen en skeletten. De doodgraver vertelt Erik over een dam waar de wereld ophoudt. Dit moet de lijst zijn, waar Erik naar op zoek is. De doodgraver is van mening dat de hele wereld om de doodgravers draait. Alle insecten komen immers uiteindelijk op zijn bordje terecht. Na deze mededeling wordt de hele familie plotseling door een mol opgegeten en is Erik weer alleen.

Erik vraagt hulp aan een regenworm om weer naar boven te komen. Deze raakt echter met zichzelf in de knoop en Erik wendt zich tot een mier. De mier vertelt hem dat er veel insecten zijn die graag advies zouden willen hebben van de geleerde heer Pinksterblom. Zij willen weten of zij zich goed gedragen volgens het insectenboek van Solms. Erik adviseert hen te doen alsof dit boek niet bestaat. Daarna gaat Erik met de mier mee naar het mierennest. Hij vraagt aan alle mieren of ze willen helpen de regenworm uit de knoop te halen. Bij terugkomst blijkt hij uit honderden stukjes opgehakt zijn gehakt. De regenworm wordt tijdens het ‘noenmaal’, gegeven ter ere van Erik, opgegeten.

Erik begint te huilen in de midden van de 'noenmaal', omdat hij heimwee heeft naar de mensenwereld. De mieren beloven hem te helpen. Tijdens hun tocht naar de lijst, komen ze een ander mierenleger tegen. De beide troepen raken in gevecht en Erik wordt getroffen door een straal mierenzuur. Als hij zijn ogen opent, merkt hij dat hij weer in zijn eigen bed ligt. Niemand heeft hem gemist en op school gaat alles normaal. Erik maakt zijn proefwerk slecht, omdat hij in plaats van het insectenboek van Solms te citeren juist zijn ervaringen opschreef, waardoor het leek of hij het niet goed geleerd heeft. Eriks juffrouw beklaagt zich hierover bij zijn ouders. Het liefst gaat hij weer terug naar de insectenwereld, maar het wonder geschiedt niet meer.

De recensie zelf
Hier volgt een recensie over Erik of het kleine insectenboek. Ik heb deze boek gekozen omdat ik de setting van de boek(in de samenleving van insecten, die in een schilderij zit),  redelijk interessant vond, en omdat ik het ergens in de brugklas vroeger ooit gedeeltelijk had gelezen, maar er niets van snapte. Ik vond het dus een geod idee om de boek weer eens te lezen, en kijken of ik het nu wel begrijp.  

Godfried Bomans was geboren in 1917, en kon je als "de eerste BNer" beschouwen; zijn roem heeft hij meer te danken aan zijn rol als belangrijke mediapersoonlijkheid dan aan zijn talent in schrijven. Misschien hierdoor heeft hij nooit een literair prijs gewonnen. Toch worden zijn boeken nog steeds vaak door Nederlanders gelezen. Bomans trouwde in 1944 met Pietsie Verscheure en had een dochter, Eva, geboren in 1960. Bomans stierf in 1974 door een hartaanval en werd begraven op het Sint Adelbertskerkhof in Bloemendaal.

De boek zelf voelt een beetje aan als een Nederlandse Alice in Wonderland, in ieder geval in thema: een klein kind komt via een onwaarschijnlijke ingang een vreemde wereld terecht, en probeert terug naar huis te komen. Tijdens deze terugreis ontmoeten ze allerei vreemde karakters. Maar in vergelijking tot Alice in Wonderland's karakters die van alles en nog wat gebaseerd zijn, gebruikt Erik of het kleine insectenboek een meer herkenbare basis, namelijk insecten.  Persoonlijk vind ik dit beter; ik had insecten vroeger geweldig gevonden, en zelfs nu ben ik nog gefascineerd van ze.
 Hoewel de insecten helemaal niet hun ware natuurlijke gedrag vertoonden in hun boek, wat een van de redenen was waarom ik deze boek niet erg leuk vond in de brugklas,  maakt Bomans wel gebruik van hun unieke eigenschappen en zijn ze wel amusante karakters in zichzelf. Zo is bijvoorbeeld de worm overtuigd van zijn superioriteit over andere insecten, omdat hij geen ledematen bezit, maar wanneer hij tijdens zijn tirade zichzelf in een knoop inwurmt, smeekt hij wanhopig aan Erik of hij hem uit de knoop kan helpen.  Vergeleken met de insecten is Erik zelf een normale achtjarige; dat zorgt voor een amusante contrast met de vreemde inwoners van Wollewei zelf.

De verhaal zelf is chronologisch verteld en nogal episodisch; ieder hoofdstuk is een verhaal in zich, waardoor je niet heen en weer hoeft te bladeren om het verhaal te begrijpen. Ook is het een nogal humoristische boek, die zich eigenlijk niet zeer serieus neemt zelfs in nogal ernstige situaties. Wel vind ik het een beetje kort; het is alleen maar 100 pagina's, en je kan het uitlezen in een halfuurtje als je rap doorleest. Hoewel ik het liefst nog verder over Erik's (mis)avonturen in Wollewei wou lezen, denk ik ook dat het misschien een voordeel is van de boek; men kan het in een avondje lezen

Ik raad de boek dus zeer aan; de boek is nogal humoristisch, soms verassend, en het is kort maar krachtig. Hoewelk ik maar weinig van deze boek had verwacht, denkend dat het weer een tegenvaller zal worden, had het nog steeds al mijn verwachtingen overtroffen. Een echte must-read, zelfs na meer dan 70 jaren!

-Faza Asmara