Tuesday, June 7, 2016

Why I Love This Book: Karakter

In deze video leg ik uit waarom de boek Karakter een bestseller moet zijn, door de sterkste punten van het boek te verklaren en op te noemen. De punten dat ik in deze video bespreek, zijn onder andere punt 3 (Gebruik altijd details, ze geven aan je werk een universele lading), punt 7 (Creëer buitensporige karakters) en punt 8 (In een verhaal gaat het om conflicten). Hoewel er definitief andere punten zijn waarin deze boek uitblinkt, vind ik dat deze drie punten wel aantoont wat ik absoluut het beste vind van deze boek.

Sunday, May 8, 2016

Leesverslag Beatrijs: een middeleeuws Mariamirakel

Zakelijke Gegevens:
Titel: Beatrijs: een middeleeuws Mariamirakel
Naam van de auteur: N/A
Aantal bladzijden: 112
Naam en plaats van de uitgever: https://www.kb.nl/themas/middeleeuwen/beatrijs/beatrijs-moderne-vertaling-door-willem-wilmink
Jaar van uitgave: 1374 (ca.)

Samenvatting: 

De verteller begint met de mededeling dat schrijven hem niet veel oplevert, maar dat hij het toch wil vertellen om de goedheid van de maagd Maria te laten zien. Hij heeft het verhaal gehoord van een oude monnik van de orde der Wilhelmieten genaamd Gijsbrecht, die het in een van zijn boeken had gelezen. 

Daarna gaat de verteller het verhaal vertellen: 
In een klooster werkte een non als kosteres, het was een beschaafde en welgemanierde non en ze werkte ook ijverig en deed al haar taken goed en op tijd. 
Deze non was echter ook verliefd op een jongeling en de liefde had haar zo in haar macht dat ze er geen weerstand meer aan kon bieden. Dit mag je haar niet kwalijk nemen, want liefde kan iemand gek maken en de duivel wil mensen altijd tot het kwade verleiden. Op den duur kon ze de liefde niet meer ontkennen en daarom stuurde ze een brief aan haar geliefde met de vraag of hij naar haar toe wilde komen. 

De geliefde kwam zo snel mogelijk naar het klooster en bij de poort zagen ze elkaar eindelijk weer, ze waren nog steeds verliefd en de geliefde beloofde haar dat hij goed voor haar zou zorgen en haar nooit in de steek zou laten. Daarop besloten ze over acht dagen samen weg te reizen. 
De jongeling liet daarna snel de allermooiste kleren voor haar maken en kocht ook nog andere geschenken voor haar. De avond waarop ze weg zouden gaan ging de jongeling met de geschenken en genoeg geld voor zeven jaar naar de boomgaard waar hij op haar zou wachten. 
De non moest echter eerst noch de metten luiden en na de metten zei ze eerst noch een gebed op, waarin ze vroeg of Maria en God haar zonden konden begrijpen en vergeven. Ze legde daarna haar pij op het altaar en hing de sleutels voor het Mariabeeld, zodat ze die de volgende dag makkelijk konden vinden. Daarna ging ze naar de boomgaard waar ze haar geliefde ontmoette en de kleren aantrok die hij voor haar gekocht had. De kleren stonden haar goed en samen gingen ze zo weg. 

De volgende morgen kreeg ze al spijt van wat ze gedaan had, maar haar geliefde stelde haar gerust en beloofde nog eens dat hij haar niet in de steek zou laten en ze hadden toch geld genoeg om de komende jaren mee door te komen. 
Toen ze in de loop van de ochtend in een bos kwamen wilde de jongeling de liefde bedrijven, maar Beatrijs vond dat een schande en vond dat ze moesten wachten tot ze in een behoorlijk bed lagen. De jongen betuigde daarna zijn spijt en samen reden ze door totdat ze in een stad kwamen. In die stad beviel het hun en daar bleven ze zeven jaar wonen. Ze hadden een gelukkig en weelderig leven in die stad en kregen twee kinderen. 
Toen na die zeven jaar het geld echter op was moesten ze al hun spullen verkopen, maar ook dat geld was snel op en ze hadden ook geen beroep geleerd om geld mee te verdienen. De jongeling brak hierna zijn belofte en ging terug naar zijn geboorteland terwijl hij haar en de kinderen achterliet. 
Ze moest nu alleen twee kinderen onderhouden terwijl ze geen beroep kende en te trots was om te gaan bedelen. Daarom moest ze wel prostituee worden om haar kinderen te kunnen voeden, maar ze deed dit niet met plezier. 
Ze was gelukkig nog wel gelovig en zei elke dag nog de zeven Mariagebeden op, waarmee ze op vergeving hoopte. Na zeven jaar kreeg ze echter berouw en besloot ze niet langer meer te zondigen maar te gaan bedelen. 

Toen ze op den duur in de buurt van haar oude klooster kwam en bij een oude weduwe logeerde vroeg ze of het waar was dat de kosteres veertien jaar geleden weg was gelopen. De weduwe werd daar heel boos om en antwoordde dat er geen betere non kon zijn dan de kosteres en dat je haar nergens van mocht beschuldigen. Dit verbaasde haar en dus vroeg ze wie de moeder en vader van die non waren en toen haar eigen moeder en vader genoemd werden wist ze zeker dat zij bedoeld werd. 
s' Nachts bad ze daarom tot Maria om vergeving. Terwijl ze zat te bidden kreeg ze echter een visioen waarin een stem haar opdroeg naar het klooster terug te gaan en dat ze weer gewoon als kosteres aan de slag kon gaan, omdat Maria al die jaren haar taak over had genomen en niemand haar dus gemist heeft. Ze geloofde de stem echter niet en dacht dat het de duivel was die haar wilde misleiden. Daarom vroeg ze aan God of Hij, wanneer de stem haar echt wilde helpen, nog een tweede en derde keer de stem wilde laten horen en dan zou ze naar haar klooster teruggaan. De volgende dag kwam er weer een stem die weer zei dat ze naar het klooster terug moest gaan, maar ze geloofde het nog steeds niet en vroeg God de stem niet meer te laten verschijnen als de stem van een boze geest was, maar als de stem echt van Maria kwam moest hij de volgende dag weer komen en dan zou ze teruggaan. 
De derde nacht kwam de stem terug en zei tegen haar dat ze onderhand wel eens op moest schieten. Nu de stem drie maal was geweest kon ze niet meer twijfelen en dus ging ze meteen naar het klooster en liet ze de kinderen toe aan de weduwe en aan Maria. 
Toen ze in het klooster terugkwam waren alle deuren voor haar geopend en lagen de pij en de sleutels op dezelfde plaats als waar ze die achtergelaten had. Ze dankte Maria hiervoor en ging weer net zoals vroeger haar werk doen. 
Met deze non is het wel goed gekomen, maar de weduwe bij wie ze haar kinderen had achtergelaten had niet genoeg geld om de kinderen te onderhouden. De weduwe ging daarom naar het klooster om te vragen wat ze met de kinderen moest doen, waarop de abdis beloofde dat het klooster alles voor de kinderen zou betalen en ook voor voedsel zou zorgen. 
De non had al wel berouw gehad van haar zonden, maar had het nog niet gedurfd om het aan iemand te vertellen. Op een dag kwam er echter een abt naar het klooster die altijd keek of er nog schandelijke praatjes rondgingen en ook de biecht afnam. 

Ze durfde het echter niet op te biechten omdat de duivel haar schuldgevoelens gaf, toen kreeg ze echter een visioen van een jongeman in het wit die een appel omhoog gooide en weer opving om een kind op zijn arm te vermaken. Het kind was echter dood en het had er dus niets aan en net zoals dat kind had God er niets aan dat ze vastte en bad, en kon hij haar ook niet vergeven, zolang ze niet gebiecht had. 
Daarop ging ze naar de abt en vroeg aan hem of hij haar de biecht af wilde nemen. Toen ze alles had verteld gaf de abt haar absolutie en wilde het wonder overal doorvertellen, hij zou haar naam echter niet noemen. Hierna vertelde de abt het aan het hele klooster, maar niemand wist bij wie het gebeurd was. Kort daarna nam de abt afscheid en nam hij de kinderen van de non met zich mee die hij vervolgens in een Wilhelmietenklooster liet intreden. Het werden twee goede monniken en hun moeder heette Beatrijs. 



Verwachtingen:

Ik kwam op het idee om deze boek te lezen door mijn geschiedenisboek. Hierin stond er dat een “heiligenleven” van de soort geschriften die veel in de Middeleeuwen werd geschreven, en zeer op elkaar lijken. Uit mijn geschiedenisboek: "...zo blijken de heiligen vaak als kind al wonderlijke gaven te bezitten. Ook blijkt al heel jong hun vroomheid, bijvoorbeeld omdat ze liever bidden dan spelen. Onrechtvaardigheid bestrijden ze met al hun macht, maar zonder gebruikt te maken van geweld. Hun heiligheid blijkt meestal uit wonderen, die God hen laat verrichten. Hun dood en opname in de hemel wordt door middel van voortekenen aangerkondigd. Later blijkt zijn of haar gebeente wonderbaarlijkt, waardoor bij het graf van de heilige nog veel mirakels geschieden.

Aangezien het boek het ondertitel "Een middeleeuws Mariamirakel" bezit, dacht ik dat het een typische "Heiligenleven" was. Dat bleek echter niet zo te zijn.

Thema’s en motieven:

De onderlinge thema in het verhaal is Beatrijs’ kuisheid.  Al in de eerste alineas en zinnen werd dit al tentoongesteld; het werd ingehamerd dat Beatrijs een uitzonderlijke non is in alle gebieden, ondanks haar liefde voor haar vriend. Zelfs toen ze de bleef ze zeer vroom en bidde ze zeer vaak. Toen zij haar geld kwijtraakte, haar vriend haar verlaatte en zij gedwongen was om haar lichaam te verkopen om voedsel te kopen voor haar kinderen, bad nog steeds zij “alle dagen in vol vertrouwen, de zeven getijden van Onze Lieve Vrouwe.” Dit is een zeer typische Middeleeuwse waarde; in moderne tijden is godsdienst minder belangrijk en wordt excessieve vroommheid juist verafschuwd.

De (leid)motief, daarentegen, gaat over het innerlijk conflict van Beatrix tussen non zijn en haar liefde. Ook dit werd in de eerste alineas en zinnen al tentoongesteld; hoewel de schrijver aantoont dat Beatrijs een uitblinkende non is, werd zij alsnog verleid door haar liefde voor haar vriend, wat ervoor leidde dat zij met haar vriend van de klooster wegrende. Dit liep slecht af, en na een tenure als prostituut van zeven jaar keerde ze weer terug naar de klooster (waarschijnlijk om vergiffenis te vragen), en het blijkt dat Maria haar plaats had ingenomen voor zeven jaar.  In tegenstelling tot de thema is deze motief nog steeds relevant tot nu toe: zelfs nu zijn veel mensen geforceerd om te kiezen tussen liefde en hun carriere. 

Beoordeling:

Net zoals de meeste boeken (proza, novelle, enz.) uit de Middeleeuwen is Beatrijs geschreven in rijm. En net zoals Van de Vos Reynaerde komt dit het boek goed uit; hoewel de zinnen (alweer) relatief kort zijn, zorgt het ervoor dat het makkelijk en vlot lezen is. Omdat het blijkbaar ook bedoeld is om voorgelezen te worden aan een grote groep mensen, helpt het rijm ook om een bepaalde “ritme” te houden, zodat de voordrager de aandacht van de menigte beter kon vasthouden. 

“Ze was nooit lui of onzorgvuldig,
bij dag of nacht nooit ongeduldig,
was vlug en vaardig in haar werk,
moest de klok luiden in de kerk,
lei boeken klaar, stak kaarsen aan, 
heeft 's morgens 't klooster op doen staan.“

Hoewel ik een normale “heiligenleven” had verwacht, was het verhaal iets anders dan ik had verwacht. Er wordt nauwelijks uitgelegd hoe Beatrijs was als een kind; Beatrijs bleek geen wonderbaarlijke krachten te bezitten, en het verhaal eindt voordat Beatrijs doodging. In feite is er, met uitzondering van de “Mariamirakel”, geen echte “mirakels” in het boek, wat ervoor zorgt dat het boek gegrond blijft in het werkelijkheid. 

Ook vind ik goed dat Beatrijs (voor die tijdperk) sympathiek wordt behandeld. Hoewel zij van een klooster wegrende om samen met haar vriend te leven en eventueel gedwongen werd om prostituut te worden, verweet de schrijver haar nooit van zonden; in plaats daarvan pleitte hij om haar eerlijk te behandelen, want immers “de duivel ziet er op toe de mens te verleiden, hij wordt het nooit moe: bij dag of nacht en vroeg of laat is hij druk doende met het kwaad.” Volgens hem is Beatrijs dus een onschuldige slachtoffer van haar verleidingen. 

Wel vond ik dat het voor een boek van iets meer dan hondred pagina’s lang wel erg langdradig is. Eenderde van het boek werd ingenomen door de gebeden van Beatrijs om aan te tonen dat ze “echt” vroom is; hoewel dit misschien wel werkt als het voorgedragen werd, is dit alleen maar een hindernis als je het leest.

Oordeel:

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10. 

Ik geef deze verhaal een zeven omdat, hoewel het soms langdradig, het toch nog volgens mij nog relevantie heeft op het hedendaagse leven. Beatrijs zelf is sympathetiek benaderd, en het vermijdt de cliche’s van het Heiligenleven. Vergeleken met de andere Middeleeuwse boek dat ik had gelezen (Van De Vos Reynaerde), vond ik deze boek beter; daarom verdient het een zeven.

Sunday, February 28, 2016

Keuzeverwerkingsopdracht "Ventoux" 4D

Zakelijke gegevens:
Titel: Ventoux
Naam van de auteur: Bert Wagendorp
Aantal bladzijden: 232
Naam en plaats van de uitgever: Grote Lijsters
Jaar van uitgave: 2015
Samenvatting: (gehaald van http://www.scholieren.com/boek/12565/ventoux/zekerwetengoed)
De hoofdfiguur van de roman heet Bart Hoffman, hij is misdaadverslaggever van de Volkskrant.  Hij is 48 jaar oud en geboren in het Gelderse Zutphen. Hij heeft een grote passie voor wielrennen en was eerst sportverslaggever. Het heden speelt in de zomer van 2012.

Hij leeft gescheiden van zijn ex-vrouw Hinke met wie hij op 24 jarige leeftijd is getrouwd en bij wie hij een dochter Anna heeft die inmiddels 21 jaar is geworden en met wie hij een goed contact heeft. Ook zij houdt wel van wielrennen en ze weet er veel van. Wanneer hij een keer met haar in Noord-Holland (hij woont namelijk nu in Alkmaar) met haar gaat fietsen , praat hij over een vreemd toeval. Een van zijn vroegere vrienden André heeft hij pas in de rechtszaal ontmoet, omdat hij verdacht werd van cokehandel. Hij werd overigens wel vrijgesproken. Een andere vriend Joost Walvoort is genomineerd voor de Spinozaprijs voor zijn wetenschappelijke verdiensten. Bart zoekt via de telefoon contact met Joost en hij wil weer eens met hem afspreken. Bart zoekt eerst in Rotterdam André op die een heel jonge Russische vrouw Ludmilla heeft. Die lijkt op een vriendin Laura die ze vroeger allemaal gekend hebben. Ze gaan samen een rondje Rotterdam en omstreken fietsen. En later doet hij dat bij Joost. In Zutphen bezoekt Bart ook een andere vriend David, die van Surinaamse afkomst is. Ook hij hoorde tot een vriendenclub van vroeger. Hij runt een reisbureau.

Tot die vriendenclub behoorde ook Peter Seegers, die op een dag is komen aanvaren met zijn vader in een drijvend bordeel. Zijn vader was getrouwd met de Russische Olga. De boot ‘Sweet Lady Jane’ werd in de IJssel afgemeerd en kreeg veel klanten uit de omgeving. Peter kwam bij de andere vrienden op school. Hij is een jonge dichter en past  eigenlijk niet zo bij de hoerenboot. Zijn gedichten sieren echter de wand van de boot. In 1981 maken de vrienden ook kennis met Laura van Bemmel: stuk voor stuk worden ze verliefd op haar, ook Bart. Laura is een jaar jonger dan de anderen: ze is in 1965 geboren.

Laura’s ouders behoorden tot een kleine, maar strenge kerk in Zutphen, maar Laura probeert zich daaraan te ontworstelen. “Ze kunnen het geloof niet bij me naar binnen slaan”, zegt ze tegen de vrienden. Het meest lijkt ze zich aangetrokken te voelen tot de dichterlijke Peter, wiens gedichten ze meteen lijkt te snappen. Ze geeft hem ook adviezen. Hij brengt een bundel “Gedichten voor Anna” uit, die eigenlijk gedichten voor Laura zijn. Laura beschouwt zich als zijn muze. De bundel wordt een groot succes. Bart betrapt echter Joost ook een keer met Laura en Bart hoort dat Laura ook een keer met André een concert bezoekt. Kortom, Laura heeft iedereen in de vriendenkring ingepalmd. Ze kijken ook vaak met zijn allen naar films.

Diezelfde  Laura neemt in het verhaalheden als Laura Guazzi ineens na zoveel jaar contact met  Bart op. Ze wil hem en de anderen ontmoeten: ze heeft een theatercongres in Avignon en dertig jaar na dato wil ze weer iets met de mannen van de Mont Ventoux. De vrienden vinden dat wel leuk. Intussen krijgt Joost de Spinozaprijs uitgereikt voor zijn wetenschappelijk onderzoek. De vrienden besluiten dan om naar Frankrijk te gaan en de beruchte berg opnieuw te gaan bestrijden en om Laura te ontmoeten.

Het verleden
In 1982 was bij de vrienden ook het idee opgekomen om  te gaan fietsen in Frankrijk. Joost  die natuurkundige kennis heeft, heeft uitgerekend hoeveel minuten hij er met zijn gewicht en met zijn fiets over moet doen. Hij zal er minder dan twee uur over doen om de berg te beklimmen. Ze gaan er wel voor trainen.  André heeft een vader die aardig kon wielrennen en hij wil ook mee. Ook Peter die niet zo sportief is, wil mee naar de Ventoux. Hij is geïnspireerd door het gedicht van Jan Kal over de berg.  Joost en Bart gaan met de Golf van zijn ouders op weg naar Frankrijk. De anderen zullen nakomen. Ze oefenen onderweg onder andere in Zuid-Limburg,  maar ook bij de andere bergen die ze onderweg tegenkomen. Bart krijgt onderweg visioenen onder andere van Laura die in een sexy, rode bikini hem staat aan te moedigen. Het zijn hallucinaties op grote hoogte, zegt Joost. Later komen ze David, André, Peter en Laura tegen op een camping in de buurt van Ventoux. De volgende dag gaan alle vrienden iets doen en Laura blijft met Bart alleen achter op de camping. Ze gaan met elkaar voor het eerst naar bed. De volgende dag gaan ze fietsen op de berg. Joost, Bart en Peter gaan op de fiets. André zit met David bij Laura in de auto. Bart is in vorm en laat eerst Peter en daarna Joost achter. Bart is als eerste boven tot ergernis van Joost, die zijn dag niet heeft. Veel later komt Peter aangezwoegd. Hij heeft tijdens de beklimming een parlandogedicht gemaakt. Het thema is heimwee naar treurigheid en de schoonheid van onvervulbare wensen. Daarna stort hij zich in de afdaling, maar die wordt hem fataal. Hij valt en  is op slag dood en hij wordt overgebracht naar Nederland. Laura is niet eens bij de begrafenis. Ze verdwijnt naar Italië. Peters vader sterft kort daarna en daarna verdwijnt diens moeder Olga spoorloos.

 In 2012 maakt Bart aan zijn dochter Anna duidelijk hoe ze aan haar naam gekomen is. Hij vertelt haar over Peter Seegers. Hij vertelt haar ook over zijn liefde voor Laura. Anna zegt dat ze op dit moment ook verliefd is. De vrienden besluiten wel te trainen voor hun tweede rit naar de top. Tijdens zo’n ritje wordt opgehaald dat Bart seks heeft gehad met Laura voordat hij de eerste beklimming deed. Bijna alle vrienden hadden het wel geweten of aangevoeld. Dan vertelt Joost dat Peter en Laura er ook op los neukten en dat het heus niet allen zijn muze was geweest.

Ze gaan met zijn allen  ook naar het graf van Peter kijken en André versiert de steen van de jongen met het wielershirt en petje van zijn vader. Ze maken daarvan een foto: van de vriendengroep van vroeger  ontbreekt daar alleen Laura.  Intussen is in de Amerikaanse media  gemeld dat Joost mogelijk fraude heeft gepleegd bij zijn meetresultaten in de natuurkunde waardoor hij ten onrechte de Spinozaprijs heeft gekregen.  Hij zet zijn advocaat erop, maar het ziet er niet al te gunstig uit. De lezer weet uit de houding van Joost af te leiden dat hij inderdaad gefraudeerd heeft.

De volgende dag komt ook dochter Anna met haar nieuwe vriend Lennard op bezoek: hij is groot en een basketballer. Bart vertelt over de foto van de proloog en hij vertelt Anna dat hij toen op de dag voor de beklimming met Laura seks heeft gehad. Bart  maakt een afspraak met Laura: ze is nog even mooi als dertig jaar geleden. Ze is gekomen uit Avignon en heeft er een stuk geregisseerd: Il Retorno (de terugkeer, wat natuurlijk wel  symbolisch  voor de vrienden). Het is een melancholische aangelegenheid. Ze nemen afscheid en ze zegt dat ze naar de Mont Ventoux zal komen.

Intussen heeft ook De Telegraaf gemeld dat Joost een oplichter is. Hij is woedend, maar schaamt zich zo dat hij de benen neemt. Maar hij komt de volgende morgen terug met Laura. Ze gaan die avond met elkaar eten en ze willen graag weten wat zich precies heeft afgespeeld op de dag voor Peters dood. Via via horen ze dat Peter eigenwijs destijds  is geweest en een verkeerd som lijm gebruikt heeft voor het plakken van zijn tubes. Door de warmte zou die lijm heel snel gesmolten zijn, waardoor een dodelijke afdaling onvermijdelijk bleek.

Laura heeft het gedicht nog bewaard dat Peter na zijn beklimming had geschreven en op de top had voorgedragen. Ze vertelt echter dat Peter ook een heel andere, zwarte kant heeft gehad. Ze vertelt over de film “The Night Porter” met Dirk Bogarde en Charlotte Rampling. Hierin gaat een oude SS’er met een jong Jodinnetje Lucia naar bed: seks en macht staan in een bepaalde verhouding tot elkaar. Peter had Laura namelijk  opdracht geven met Bart naar bed te gaan. Joost en Bart krijgen daarna nog ruzie en Bart slaat Joost met een schilderij op zijn kop.  Opnieuw loopt die weg, maar hij keert de volgende dag toch terug om de tocht te ondernemen. Bart en Laura zijn weer heel intiem  geweest, maar uiteindelijk wijst ze zijn hand terug die op zoek was naar seks.

De beklimming  van de dag daarna wordt zwaar: André fietst nu ook mee in een trui van zijn vader en  op de fiets van zijn vader. Voor David is de tocht al heel snel te zwaar en hij stapt in de bezemauto bij Laura. Bart heeft het moeilijk  en hij begint te hallucineren: hij praat tegen zichzelf en hij ziet op een gegeven moment Peter voor zich rijden. Hij neemt zich voor het boek te schrijven dat hij van plan was. André en Bart rijden samen naar boven: Joost blijft wat achter. André draagt op de top zijn voltooide  tocht op aan zijn overleden vader. De vriendschap blijkt ineens weer hechter. Dan komt nog een verrassing. Laura komt naar het restaurant waar ze op de goede afloop wat gaan drinken met een jonge man aan haar arm naar hen toe. De man is blind. Hij heeft de lieve ogen van Olga. Voor hen staat Peter, blinde Peter. Het is de zoon die uit de relatie tussen Laura en Peter is ontstaan, Willem. Het is de reden dat Laura direct na het ongeluk met Peter de benen had genomen.

Ze rijden opnieuw met zijn zessen naar de plek waar Peter gestorven is. André trekt het wielershirt van zijn vader uit en drapeert het om het paaltje waardoor Peter is gestorven. Ze vormen een kring  van vrienden. Een felle windstoot maakt het shirt los en het dwarrelt het dal in.

Epiloog
In Zutphen is Caffé De Vriendschap het decor van de boekpresentatie; het hangt vol met afbeeldingen die te maken hebben met de beklimming van de Mont Ventoux. Het café is in handen van Joost, André en David. Er is een foto van zes jonge mensen  die een kring vormen. Laura en zoon Willem zijn er en Anna.  Joost neemt het woord en heet iedereen welkom. Hij vertelt dat Bart Hoffman zijn eerste boek heeft geschreven: Spinoza demarreert. Bart memoreert aan de situatie van dertig jaar geleden en wil Laura het eerste exemplaar overhandigen. Dan komen ze allemaal nog een keer op het podium en toasten op de vriendschap. Willem neemt daarbij de plaats van zijn vader Peter in. 

Informatiemap:
Biografish Gegevens: Bert Wagendorp is geboren in Groenlo, op de datum van 5 november 1956. Hij studeerde eerst Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de Rijksuniversiteits Groningen, voordat hij werk vond als copywriter in de reclame. In 1985 werd hij sportsverslaggever bij de Leeuwarder Courant; in 1988 verhuisde hij naar de Volkskrant, waar hij tussen 1989 en 1994 de Tour de France versloeg. In 1996 tot 2000 werd hij Londonse correspondent. Tussen deze banen verscheen zijn debutroman, De Proloog, die door critici geprezen werd en ook nog in het Duits werd vertaald. Hierna schreef hij, samen met Frans van Schoonderwalt en Leo van de Ruit) de boek Tussen Bordeaux en Alpe d'Heux uit, die over de Nederlandse participatie in de Tour de France gaat. Ook gaf hij in 2005 de met lof beschouwde bundel De dubbele schaar uit en de jaar daarop, in 2006, gaf hij een boek uit met een verzameling van al zijn sportsartikels, inclusief de columns die hij tussen 2000 en 2006 voor de Volkskrant schreef. Hierna werd hij algemene columnist van de Volkskrant.

Hiernaast was hij de medeoprichter en directeur van literaire wielertijdschrift, de Muur, en schreef hij enkele verhalen voor het literair sporttijdschriften, Hard Gras en Koud Ijs. Hij is vader van een dochter, Hannah.

Bibliografie:


  • 1995: De Proloog (roman)
  • 2002: Tussen Bordeaux en Alpe d'Huez, Nederland in 100 jaar Tour de France (met Frans van Schoonderwalt en Leo van de Ruit)
  • 2005: De dubbele schaar (verhalen)
  • 2006: Sportleven (verzamelde sportstukken)
  • 2008: Het kan altijd erger (verzamelde columns, met tekeningen van Jos Collignon)
  • 2008: HNS Sportboek (met Paul Onkenhout en John Schoorl)
  • 2009: Ard Schenk (biografie) met Wybren de Boer enFrans Oosterwijk
  • 2010: De wereld volgens Wagendorp (verzameling columns en verhalen)
  • 2010: Digue Ventoux (met illustraties van Sjaak Bos)
  • 2013: Ventoux (roman)
  • 2014: Het jongensparadijs (verzamelde columns en andere stukken)
  • 2015: Vader en dochter boek (met dochter Hannah)

    Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Bert_Wagendorp

    Recensie: https://www.cleeft.nl/boeken/recensie_recensie-ventoux-bert-wagendorp

    Interview: 

    • http://www.eciblog.nl/eciblog/interview-met-bert-wagendorp-over-ventoux/
    • http://www.websitevanhank.nl/man-van-de-wereld/ramses-bert-wagendorp/ (Niet echt een interview, maar ik heb wat informatie over Bert Wagendorp hiervan gehaald.)


    Column: Helaas onmogelijk: ik ben geen abonnee van het Volkskrant (en niemand die ik persoonlijk ken is dat ook niet), dus kan ik geen column linken.


    Artikel: Heeft Ventoux autobiografische elementen?

    Ik wil beginnen met de feit dat Bert Wagendorp, toen hij onze school heeft bezocht, zei dat Ventoux wel dergelijk autobiografische elementen bevat. De vraag is dus niet of Ventoux wel of niet autobigrafische elementen bevat, maar wat de autobiografische elementen in Ventoux zijn.

    Dat Ventoux wel dergelijk autobiografische elementen is duidelijk te zien aan de ik-persoon van de boek, Bart Hoffman. Deze naam en de naam van de schrijver lijken op elkaar, en ze zijn ook ongeveer even oud. Bovendien hadden beide mannen bijna hetzelfde banen; beide mannen waren ooit sportverslaggever geweest, nadat ze een studie Nederlands hebben afgerond, en beide hadden een baan in de Volkskrant. Beide mannen hebben een dochter; hoewel dit gewoon toeval kan zijn, lijken de namen Hannah en Anna wel dergelijk op elkaar; het kan dus zijn dat Bert zijn dochter als inspiratie gebruikte voor Anna.

    Qua hobbies lijken Bert en Bart ook op elkaar. Beide mannen hebben wel een dergelijke passie voor het wielrennen (Bert heeft maar liefst 5 jaar verslag gegeven over de Tour de France, en bovendien had hij meerdere boeken geschereven waarbij wielrennen centraal staat), en beide hadden na hun loopbaan als verslaggever een boek geschreven, hoewel Bart later begon met schrijven. Beide mannen hebben ook een bepaalde bond met de berg Ventoux, hoewel de ervaring van Bart minder positief was dan van Bert. De boek die door Bart werd geschreven, Spinoza demarreert, heeft ook overeenkomsten met Ventoux; hoewel beide boeken een wielrennerjasje hebben, gaan ze eigenlijk helemaal niet over het wielrennen zelf.

    Maar niet alleen bij Bart is er autobiografische elementen te zien. Ook bij Joost en David is er zeker van autobiografische elementen sprake. Bert en Joost zijn, in meerdere mate dan Bart, gefascineerd door de berg. Het was immers Joost die als eerste op het idee kwam om de Ventoux op probeerde te stijgen.  David en Bert hebben allebei dezelfde voorkeur in Russische schrijvers (Toergenjev en Tsjechov), en delen ook de algemene leeslust en diverse voorkeuren in literatuur. Andre is ook algemeen spiritueel, net zoals Bert. Peter heeft een bundel (Gedichten Voor Anna) geschreven, net zoals Bert, met De dubbele schaar. Er zijn zelfs parallelen te trekken van Bert naar Laura; beide zijn fundamentalistisch Christens opgevoed, en beiden zijn uiteindelijk ongelovig geworden.

    Ook delen alle hoofdkarakters in het boek een achtergrond; ze kwamen allemaal in hetzelfde stadje terecht, Zutphen. Zutphen ligt niet zo ver weg van Groenlo (ongeveer 45 minuten rijden), de plek waar de schrijver was geboren. Waarschijnlijk heeft Bert opzettelijk Zutphen gekozen, zodat hij beter inspiratie uit zijn ervaringen in Groenlo kan halen.

    Dus, ter samenvatting: Bart is de personage dat het meest op Bert lijkt, maar alle karakters hebben wel een beetje van de schrijver in zich.



    Thursday, January 7, 2016

    Het Gouden Ei, Recensie 4D

    Recensie Het Gouden Ei 4D


    Zakelijke gegevens:
    Titel: Het Gouden Ei
    Naam van de auteur: Tim Krabbe
    Aantal bladzijden: 97
    Naam en plaats van de uitgever: Prometheus
    Jaar van uitgave: 1987
    Samenvatting: (gehaald van http://www.scholieren.com/boekverslag/57109 , pas op; spoilers!)
    Rex Hofman en Saskia Ehlvest kennen elkaar al een tijd en zijn op weg naar hun vakantiebestemming in Frankrijk. Onderweg stoppen ze bij een benzinestation om even te rusten. Saskia gaat iets te drinken halen en Rex maakt een foto van haar. Rex denkt aan de vakantie van drie jaar geleden. Op een gegeven moment was de benzine op, Saskia heeft toen drie uur in de auto moeten wachten totdat Rex met brandstof terugkwam. Ze was helemaal overstuur geweest. Als kind had ze een nachtmerrie gehad, waarin ze opgesloten zat in een gouden ei. Tijdens haar verblijf in de auto was deze nachtmerrie weer naar boven gekomen. In die nachtmerrie zweefde ze in een gouden ei door de ruimte zonder sterren en de enige manier om daar uit te komen was door tegen het enige andere gouden ei aan te botsen, maar het heelal is zo groot.... 
    Ondertussen wacht Rex al een hele tijd op haar, maar Saskia komt niet terug. Hij gaat naar de service winkel om haar te zoeken maar de medewerkers weten niet waar ze is. Daarna belt hij de politie en het hotel waar ze naar toe zouden gaan, maar niemand kan hem helpen. Saskia is spoorloos verdwenen.

    SPOILER ALERT VANAF DEZE PUNT. 

    Raymond Lemorne heeft al zijn hele leven vreemde gedachten. Zo vraagt hij zich op zijn zestiende af wat er gebeurt als hij van een flat afspringt. Het resultaat is dat hij zes weken in het ziekenhuis moet liggen. Eenentwintig jaar later is hij scheikundeleraar, getrouwd en heeft twee kinderen. Dan komt er weer een absurde gedachte bij hem op. Nadat hij eerst een kind van de verdrinkingsdood heeft gered, vraagt hij zich af of hij ook in staat is om een misdaad te plegen. Vanaf dat moment begint hij met de voorbereidingen voor de perfecte misdaad nl. iemand levend te begraven. Hij doet net alsof hij zijn vakantiehuisje gaat opknappen. In het echt maakt hij alles gereed voor de misdaad. Hij bedenkt een plan om zijn slachtoffer vanuit een benzinestation mee te lokken. Hij zal een vrouw terwijl hij zijn arm in een mitella houdt, vragen of ze hem wil helpen zijn aanhangwagen aan zijn auto te koppelen. Zijn eerste pogingen mislukken, omdat niemand in zijn auto durft te stappen. Een volgende poging lukt wel: een meisje (Saskia) vraagt hem naar de sleutelhanger die hij bij zich heeft. Hieraan hangt namelijk een grote R. Ze is heel geïnteresseerd en vraagt hem of ze er eentje kan kopen. Hij neemt haar mee naar zijn auto, bedwelmt haar en rijdt met haar weg. Daarvoor had hij 2 kampeerders doodgeschoten, omdat die voor zijn vakantiehuisje kampeerden. 
    Acht jaar later is Rex op vakantie in Italië, samen met Lieneke, zijn nieuwe vriendin en vraagt haar ten huwelijk. Hij wil Lieneke eerlijk vertellen hoe hij over Saskia denkt. Lieneke merkt dat Rex ‘s nachts een nachtmerrie heeft over het gouden ei. Na deze vakantie start Rex een opsporingscampagne. Hij roept in advertenties mensen op, die Saskia toen hebben gezien. Hij krijgt verschillende reacties maar geen enkele is bruikbaar. Later belt Lieneke op: zij is bedroefd, omdat ze elkaar na de vakantie zo weinig hebben gezien. Na een aantal dagen meldt een Franse man zich (Raymond). Rex herkent deze man: hij was de man met de mitella bij het tankstation, acht jaar geleden. Raymond wil hem wel vertellen wat er met Saskia is gebeurd, maar alleen als Rex hetzelfde lot ondergaat. Rex stemt toe, terwijl hij weet dat hij dan zal sterven. Raymond neemt hem mee naar het tankstation en laat hem koffie met een slaapmiddel drinken. Dan vertelt hij wat er is gebeurd. Als Rex wakker wordt, ligt hij op een matras in een doodskist en weet hij dat hij (net als Saskia) levend is begraven. Lieneke zoekt Rex, maar van hem en Saskia werd nooit meer iets vernomen.
    Over de schrijver
    Tim Krabbé is geboren op 13 april 1943. Hij was in een creatief familie geboren; zijn broer is toneelspeler, zijn vader is een kunstschilder en zijn moeder was schrijfster. Tim deed eerst journalistenwerk voordat hij ging schrijven. In 1967 kwam zijn eerste novel uit, De Werkelijke Moord op Kitty Duisberg. Zijn grootste succes kwam in 1984, met de Gouden Ei. Ook is Tim een fanatiek schaker en wielrenner, en gebruikte deze twee passies als schrijfmateriaal.


    De recensie zelf

    In deze blogpost zal er een recensie zijn. Deze boek heb ik gekozen deels door een aanrading door mijn Nederlands docent en deels omdat het een relatief kort boek is die ik makkelijk in de mediatheek kan vinden. 

    De boek zelf is, zoals ik al heb gezegd, redelijk kort; alleen 97 paginas lang. Het is ook geschreven op zo'n vlotte manier, waardoor je het snel af kan hebben. Voor een thriller is dat geen probleem; de lezer moet ten minste aandacht behouden aan de boek zelf. Ook vind ik de grootste gedeelte van de boek goed; ik heb daarbij geen klachten bij, hoewel de tijdsprongen middenin de boek wel een beetje disorienterend zijn voor mij). De karakters zijn in de hoofdstukken goed uitgewerkt; ik sympathizeerde meer met Rex dan met alle karakters in Van de vos Reynaerde. Toch is er een probleem.

    De grootste probleem ligt voor mij bij de einde.

    Ik zal de einde niet spoilen voor diegenen die deze boek(of de samenvatting niet had gelezen), maar laten we maar zeggen dat het type boek is waarin de antagonist (Lemorne, dus) ongestraft blijft en dat beide Saskia en Rex een gruwelijke lot krijgen. Ik wou serieus Lemorne in zijn stomme gezicht slaan aan het einde van de boek.

    Toch raad ik deze boek wel aan. De einde viel mij bitter tegen, maar ik ken mensen die deze soort einde juist goed vinden. Hoewel het einde mij niet echt blij maakte, vond ik het wel een passend einde voor het boek. Een aanrader, dus.

    -Faza Asmara

    Sunday, November 22, 2015

    Van de Vos Reynaerde Boekverslag 4D

    Zakelijke Gegevens
    Titel: Van de vos Reynaerde
    Naam van de auteur: Willem die Madocke Maecte
    Aantal bladzijden: 104
    Naam en plaats van de uitgever: http://www.reynaertgenootschap.be/
    Jaar van uitgave: 1260 (ca.)

    Samenvatting: (gehaald en gewijzigd van http://www.scholieren.com/boek/2781/over-de-vos-reinaert/zekerwetengoed)
    In het bos houdt Koning Nobel een hofdag. Alle dieren komen daar naartoe, behalve één. Reinaert de vos komt niet naar de hofdag maar blijft met zijn vrouw en kinderen in zijn burcht; Maupertuus. 
    Alle dieren die wel zijn gekomen, beklagen zich bij de koning over wat Reinaert hen allemaal aangedaan heeft. Hij heeft kinderen doodgebeten, etensvoorraden opgegeten en dingen kapot gemaakt. Hoewel zijn neef voor hem pleit en zegt dat Reinaart een boetekleed draagt en al een jaar geen vlees heeft gegeten, zijn de dieren heel boos op hem. Als de koning dit allemaal hoort, wordt Reinaert ontboden op het hof. 
    Bruun de beer is de eerste die op hem af gestuurd wordt. Hij komt bij Reinaert aan en als Reinaert hem ziet bedenkt hij direct een list om van hem af te komen. Hij maakt gebruik van Bruuns gulzigheid en vertelt hem dat er een boom is waar heel veel honing in zit. Bruun heeft daar wel oren naar en kruipt in de boom. Hij komt vast te zitten in de boom. Helaas ontdekt een boer hem en samen met iedereen uit het dorp slaan ze erop los. Bruun weet te ontkomen maar verliest daarbij wel het vel van zijn snuit, oren en poten.  Hij komt gehavend terug bij de koning.
    Dan wordt Tybeert de kater erop af gestuurd. Tybeert heeft al geen zin meer als hij Bruun ziet, maar gaat toch. Ook hem weet Reinaert in de val te lokken. Hij zegt hem dat hij vette kuikentjes heeft gezien op een boerderij. Die zijn er ook echt, alleen Reinaert weet dat er een val staat. Helaas trapt Tymbeert erin en zit hij gevangen. De pastoor komt naakt naar beneden en slaat erop los. Tymbeert springt op hem af en bijt één van zijn ballen eraf. 
    Als laatste wordt Grimbeert op Reinaert af gestuurd. Op zijn uitnodiging gaat hij wel in en hij komt voor de koning. Die besluit hem op te laten hangen. De vrienden van de koning, waaronder de wolf Izengrijn, gaan op weg de galg te halen. 
    Ondertussen bespeelt Reinaert de koning en zijn vrouw met zijn beste list. Hij vertelt dat Izengrijn, zijn eigen vader en Bruun de beer de koning willen afzetten en een schat hebben gevonden. Hij vertelt dat hij de schat heeft gestolen en als enige weet waar die ligt. Hoewel de koning hem eerst niet gelooft, haalt zijn vrouw hem over. Ze laten Reinaert vrij en hij geeft aan dat hij op pelgrimstocht wil. Er wordt een tas voor hem gemaakt uit het vel van de rug van Bruun (die inmiddels vastgebonden is) en hij krijgt schoenen van de huid van de poten van Izengrijn en zijn vrouw Hersinde. 
    Als hij weggaat worden Cuwaert en Belijn met hem meegestuurd. Hij neemt Cuwaert mee naar binnen in zijn hol als hij zijn vrouw gaat halen. Daar bijt hij hem dood. Hij stopt zijn hoofd in de pelgrimstas en geeft die aan Belijn. Hij zegt dat hij er niet in mag kijken maar hem aan de koning moet geven en zeggen dat er een brief in zit die hij zelf opgesteld heeft. 
    Belijn geeft de tas en ze komen erachter dat Cuwaert is vermoord. De koning betreurt het erg dat hij in de val is getrapt en biedt zijn excuses aan aan zijn vrienden Izengrijn en Bruun. Ze besluiten dat ze Reinaert ten alle tijden mogen aanvallen als ze hem zien.

    Verwachtingen:

    Ik kreeg de idee om Van de vos Reynaerde te lezen nadat ik een samenvatting had gelezen in mijn geschiedenisboek. Vooral de karakters van de boek vond ik interresant; dus was ik van plan om het te gaan lezen.

    Motief en thema's:

    De verhaalmotief van deze boek is de plannen, listen en bedrog van Reynaert. Steeds kon hij de dieren manipuleren, zodat hij alles kan doen wat hij maar wilt. De andere dieren weet dat hij hen bedriegen, maar vallen toch steeds weer in de val. Een voorbeeld hiervan is wanneer Reynaert, toen hij naar de hof was geroept, een "openbaar biecht" hield, waarin hij zijn vader, Bruun, Isengrim en Tibeert beschuldigde van een complot om de koning te vermoorden, waarin zij anderen wilden omkopen via een eeuwenoude schat. Hoewel Reynaert de lokatie van de schat wou verklappen, was hij nog steeds in de ban; hij moest eerst een pelgrimstocht maken naar Rome maken. De koning stond dat toe, maar Reynaert ging echter niet op pelgrimstocht, maar vestigde zich juist met vrouw en kinderen in een wildrijke 'wildernis'. Zo ontkwam Reynaert de straf en werden zijn tegenstanders juist gestraft.

    Hierdoor komt er ook de thema van het bespotten van de leiders van de maatschappij. Zo is Koning Nobel erg onnozel en vertrouwt hij te veel op zijn vrouw. Ook heeft de pastoor een vrouw, wat destijds officieel niet toegestaan was door de Katholieke Kerk. Verder zijn de andere dieren niet zo sympathetisch geschreven. Hierdoor probeerde de schrijver Reynaert's misdaden te verantwoorden.

    Bovendien is er liberaal gebruik gemaakt van analogie, hoewel het meer literaal is dan anders; Reynaert is een vos; dit duidt aan dat hij zeer sluw is. De koning is een leeuw; leeuwen zijn meestal adelijke symbolen. Zo werden veel stereotypen van dieren gelijkgesteld aan menselijke kenmerken.

    Beoordeling:

    Hoewel de verhaal wel een proza is, is het geheel geschreven in rijm. Daardoor leest de verhaal vlot door, maar het betekent wel dat de zinnen korter zijn dan bij een hedendaags novelle.  Ook zit er verrasen weinig archaische taal in de boek, maar ik denk dat het gewoon een zijeffect is van de gemodernizeerde versie is dat ik had gelezen.

    "Ergens in de sinksendagen
    toen de bosjes en de hagen vol met groene blaadjes stonden,
    had koning Nobel doen verkonden
    dat hij een hofdag houden zou
    Hij was eerzuchtig en hij wou
    nog iets aan zijn imago doen.
    Alle dieren gingen toen op
    weg naar ’t hof. Ja, iedereen,
    ’t zij groot of klein, behalve één:
    Reynaert de vos. Die durfde niet."
    (Fragment uit bladzijde 10)

    Hoewel ik eerst aangetrokken was door de boek door de karakters, vielen ze me toch bitter tegen. Reynaert kwam over als iemand die gewoon niet kan verliezen; hoe vaak zijn tegenstanders ook proberen om Reynaert te stoppen, weet Reynaert ze toch altijd met een list te omzeilen. Ook zijn de andere karakters niet sympathiek genoeg, zodat er niemand in de vehaal is waarbij men kan sympathiseren.

    Beoordeling

    1-2-3-4-5-6-7-8-9-10

    Hoewel de verhaal, thema, en manier van schrijven wel interresant is, geef ik deze verhaal net geen voldoende, omdat ik vind dat de satire van de boek ondermijnd wordt door zijn hoofdpersoon. Bij de meeste satires is de hoofdpersoon, die het standpunt van de schrijver vertegenwoordigt, sympathiek, en diegenen die worden gesatirizeerd onsympathetiek. Bij deze boek is het juist omgekeerd, maar zelfs dan is er nog steeds een ondertoon van dat de andere dieren hun lot hadden verdiend, waardoor zij ook niet sympathetiek zijn. Ook zijn de daden die Reynaert doet zwart komedisch bedoelt, wat voor mij niet zo grappig is.

    Tuesday, October 27, 2015

    Recensie Erik of het kleine insectenboek 4d


    Zakelijke gegevens:
    Titel: Erik of het kleine insectenboek
    Naam van de auteur: Godfried Bomans
    Aantal bladzijden: 130
    Naam en plaats van de uitgever: Nederland Leest
    Jaar van uitgave: eerste druk in 1941, gelezen druk in 2013
    Samenvatting: (gehaald en gewijzigd van http://www.samenvattingen.com/documenten/7406985/Erik+of+het+klein+insectenboek+Bomans%2C+Godfried/?q=erik%20of%20het%20kleine%20insectenboek)
    Erik Pinksterblom ligt in zijn bed en kan niet slapen. Hij heeft de volgende dag een proefwerk over insecten, waarvoor hij een boek genaamd Solms' Natuurlijke Historien uit het hood moest leren, maar heeft het gevoel dat er iets gaat gebeuren. Hij bekijkt het schilderij “Wollewei”, zo genoemd omdat er herders met schapen daarop worden afgebeeld,  waar allerlei insecten op afgebeeld staan. Plotseling ziet hij dat het portret van zijn oma tot leven komt en ook het portret van zijn opa beweegt. Zijn oma vertelt hem dat alle schilderijen leven en Erik geeft aan dat hij graag naar het schilderij “Wollewei” wil gaan. Erik wordt steeds kleiner en stapt het schilderij binnen.

    Bij aankomst maakt hij kennis met de adellijke familie Van Vliesvleugel, een wespenfamilie bestaande uit vader, moeder en zeven dochters. Zij wonen in een rode chrysant. Erik eet met de familie mee, maar maakt zich niet geliefd door een lied te zingen over bijen. Ook strijkt hij een bromvlieg, die dienst doet als basviool, dood. Daarop vlucht hij op de rug van een hommel naar een hotel zonder naam, die eventueel  “Het slakkenhuis” werd genoemd door Erik. De eigenaar van het hotel is een langzame slak en Eriks buurman is een duizendpoot. Bij het ontbijt zijn alle insectengasten onder de indruk van Eriks kennis. Hij weet hen te vertellen dat de rups geen misdaadslachtoffer is, maar over enkele weken zal veranderen in een prachtige vlinder. Als de insecten Erik om adviezen gaan vragen, raadt hij hen aan om gewoon hun instincten te volgen. De insecten blijken nogal egoïstisch te zijn en praten alleen maar over zichzelf.

    Erik wil eigenlijk weer terug naar de lijst. Na acht dagen rekent hij af met de hoteleigenaar en krijgt hij een lift van de vlinder, die zojuist uit zijn cocon ontpopte. De mannetjesvlinder ontmoet een vlindermeisje en samen met Erik schrijft hij haar een liefdesgedicht. Na enkele dagen ontaardt dit in een serieus diner met de aanstaande schoonouders en krijgt de mannetjesvlinder toestemming voor het huwelijk. Na het huwelijk vliegt het gelukkige bruidspaar weg en is Erik weer alleen. Erik zwerft rond de bloemenveld en op een dag loopt hij zich vast in een spinnenweb. Hij weet zichzelf te bevrijden en doodt de spin. Hierna ondekt de doodgraver Erik en vraagt of hij dood is. Wanneer Erik uitlegde dat hij niet dood is, nodigt de nogal teleurgestelde doodgraver hem uit voor een maaltijd met gebraden paardenvlieg. Erik accepteert zijn uitnodiging en gaat met hem mee naar zijn huis, een ondergrondse gang met allerlei ledematen en skeletten. De doodgraver vertelt Erik over een dam waar de wereld ophoudt. Dit moet de lijst zijn, waar Erik naar op zoek is. De doodgraver is van mening dat de hele wereld om de doodgravers draait. Alle insecten komen immers uiteindelijk op zijn bordje terecht. Na deze mededeling wordt de hele familie plotseling door een mol opgegeten en is Erik weer alleen.

    Erik vraagt hulp aan een regenworm om weer naar boven te komen. Deze raakt echter met zichzelf in de knoop en Erik wendt zich tot een mier. De mier vertelt hem dat er veel insecten zijn die graag advies zouden willen hebben van de geleerde heer Pinksterblom. Zij willen weten of zij zich goed gedragen volgens het insectenboek van Solms. Erik adviseert hen te doen alsof dit boek niet bestaat. Daarna gaat Erik met de mier mee naar het mierennest. Hij vraagt aan alle mieren of ze willen helpen de regenworm uit de knoop te halen. Bij terugkomst blijkt hij uit honderden stukjes opgehakt zijn gehakt. De regenworm wordt tijdens het ‘noenmaal’, gegeven ter ere van Erik, opgegeten.

    Erik begint te huilen in de midden van de 'noenmaal', omdat hij heimwee heeft naar de mensenwereld. De mieren beloven hem te helpen. Tijdens hun tocht naar de lijst, komen ze een ander mierenleger tegen. De beide troepen raken in gevecht en Erik wordt getroffen door een straal mierenzuur. Als hij zijn ogen opent, merkt hij dat hij weer in zijn eigen bed ligt. Niemand heeft hem gemist en op school gaat alles normaal. Erik maakt zijn proefwerk slecht, omdat hij in plaats van het insectenboek van Solms te citeren juist zijn ervaringen opschreef, waardoor het leek of hij het niet goed geleerd heeft. Eriks juffrouw beklaagt zich hierover bij zijn ouders. Het liefst gaat hij weer terug naar de insectenwereld, maar het wonder geschiedt niet meer.

    De recensie zelf
    Hier volgt een recensie over Erik of het kleine insectenboek. Ik heb deze boek gekozen omdat ik de setting van de boek(in de samenleving van insecten, die in een schilderij zit),  redelijk interessant vond, en omdat ik het ergens in de brugklas vroeger ooit gedeeltelijk had gelezen, maar er niets van snapte. Ik vond het dus een geod idee om de boek weer eens te lezen, en kijken of ik het nu wel begrijp.  

    Godfried Bomans was geboren in 1917, en kon je als "de eerste BNer" beschouwen; zijn roem heeft hij meer te danken aan zijn rol als belangrijke mediapersoonlijkheid dan aan zijn talent in schrijven. Misschien hierdoor heeft hij nooit een literair prijs gewonnen. Toch worden zijn boeken nog steeds vaak door Nederlanders gelezen. Bomans trouwde in 1944 met Pietsie Verscheure en had een dochter, Eva, geboren in 1960. Bomans stierf in 1974 door een hartaanval en werd begraven op het Sint Adelbertskerkhof in Bloemendaal.

    De boek zelf voelt een beetje aan als een Nederlandse Alice in Wonderland, in ieder geval in thema: een klein kind komt via een onwaarschijnlijke ingang een vreemde wereld terecht, en probeert terug naar huis te komen. Tijdens deze terugreis ontmoeten ze allerei vreemde karakters. Maar in vergelijking tot Alice in Wonderland's karakters die van alles en nog wat gebaseerd zijn, gebruikt Erik of het kleine insectenboek een meer herkenbare basis, namelijk insecten.  Persoonlijk vind ik dit beter; ik had insecten vroeger geweldig gevonden, en zelfs nu ben ik nog gefascineerd van ze.
     Hoewel de insecten helemaal niet hun ware natuurlijke gedrag vertoonden in hun boek, wat een van de redenen was waarom ik deze boek niet erg leuk vond in de brugklas,  maakt Bomans wel gebruik van hun unieke eigenschappen en zijn ze wel amusante karakters in zichzelf. Zo is bijvoorbeeld de worm overtuigd van zijn superioriteit over andere insecten, omdat hij geen ledematen bezit, maar wanneer hij tijdens zijn tirade zichzelf in een knoop inwurmt, smeekt hij wanhopig aan Erik of hij hem uit de knoop kan helpen.  Vergeleken met de insecten is Erik zelf een normale achtjarige; dat zorgt voor een amusante contrast met de vreemde inwoners van Wollewei zelf.

    De verhaal zelf is chronologisch verteld en nogal episodisch; ieder hoofdstuk is een verhaal in zich, waardoor je niet heen en weer hoeft te bladeren om het verhaal te begrijpen. Ook is het een nogal humoristische boek, die zich eigenlijk niet zeer serieus neemt zelfs in nogal ernstige situaties. Wel vind ik het een beetje kort; het is alleen maar 100 pagina's, en je kan het uitlezen in een halfuurtje als je rap doorleest. Hoewel ik het liefst nog verder over Erik's (mis)avonturen in Wollewei wou lezen, denk ik ook dat het misschien een voordeel is van de boek; men kan het in een avondje lezen

    Ik raad de boek dus zeer aan; de boek is nogal humoristisch, soms verassend, en het is kort maar krachtig. Hoewelk ik maar weinig van deze boek had verwacht, denkend dat het weer een tegenvaller zal worden, had het nog steeds al mijn verwachtingen overtroffen. Een echte must-read, zelfs na meer dan 70 jaren!

    -Faza Asmara

    Sunday, September 6, 2015

    Leesautobiografie, Faza Asmara 4D

    In deze leesautobiagrafie vertel ik over mijn leesgewoonten over de jaren.

    Vroeger werd er thuis ooit wel voorgelezen, alhoewel ik bijna helemaal niets daarover, en over de liedjes die ik toen leuk vond, herinner. Ik stapte snel al over tot "gewoon" lezen, en las de boekjes dat normaal bedoeld waren om voorgelezen te worden. Mijn leesplezier kwam snel naar een stop, omdat ik op zesjarige leeftijd naar Nederland moest meeverhuizen met de familie, zonder een woord Nederlands te spreken; gelukkig leerde ik snel Nederlands en kon ik zo snel weer lezen.

    Op de de basisschool werd wel een aantal keer voorgelezen, maar het stopte snel en we moesten even snel boeken lezen. Helaas was het assortement "boeken voor groep 3-ers" nogal beperkt tot korte verhalen, wat ik erg jammer vond, omdat ik liever encyclopedien las in plaats van "echte" boeken; ik wou vaak weten hoe iets werkt. Een uitzondering vormde Roald Dahl; zijn boeken vond ik helemaal geweldig, meestal door de (ietwat donkere) humor die zijn boeken bevat. Ik las ook soms Harry Potter, omdat ik toen nieuwsgierig was naar de boeken. Ik las soms ook de boeken van Carry Slee en de Hoe overleef ik.... serie, hoewel ik dat wel ietwat minder vind

    Helaas beeindigde mijn leesdrift toen ik op de middelbare zat, omdat ik veel meer huis- en leerwerk krijg dan vroeger. Ik besloot dus om een van mijn hobbies af te schaffen, en omdat voor mij dfe boeken in de middelbare veel minder interessant waren dan vroeger (en omdat ik al zo veel moet leren), las ik bijna niet meer.

    Ik lees nog steeds niet vaak in de bovenbouw, een beetje omdat ik gewoon lui ben, maar vooral omdat ik een enorme aversie heb voor "diepe" thema's, "subtiele" sociaal comentaar en een groot gebrek aan humor in de boeken dat beschikbaar zijn. Ik heb dus eigenlijk weinig zin om aan mijn leesbiografie te werken; door saaie boeken lezen en daarna ze moeten ontleden voor een diepere betekenis lijkt mij een kwelling. Ik kan wel op niveau 3 lezen, maar ik betwijfel of ik het leuk ga vinden.

    Faza Asmara